Het derde principe: coregulatie
Coregulatie is tot rust komen door middel van het rustige autonome zenuwstelsel van de ander.
Dit fenomeen moet optreden bij een ouder-baby interactie. Als de baby onrustig is maar de ouder bevindt zich in de Ventrale Vagus fase dan wordt de baby weer rustig door het rustige zenuwstelsel van de ouder. Bekijk ook de blog over het centrale zenuwstelsel.
Coregulatie kan ook optreden tussen twee volwassenen. Als je onrustig, gespannen bent dan kan de ander jou geruststellen doordat deze persoon rust uitstraalt.
Ook moeder natuur kan de rol van coregulator spelen; dit merk je bijvoorbeeld bij het tot rust komen tijdens een boswandeling.
In afgestemde relaties tussen ouders en kinderen herkennen ouders de veranderende autonome behoeften van hun kind en reageren daar adequaat op. Deze wederzijdse regulatie van autonome toestanden creëert een gedeelde autonome ervaring, een gedeelde emotionele ervaring en een gedeelde ervaring van veiligheid. Dit zorgt in de toekomst voor goede interpersoonlijke relaties. De afstemming hoeft niet continu te zijn; als de breuk maar wordt hersteld door de ouder.
Verbinding is een aangeboren biologische noodzaak. Als er geen verbinding is dan is het gewoonweg moeilijker om de autonome toestanden te reguleren. Dit heeft een negatief effect op onze fysieke en emotionele gezondheid. Als er geen verbinding is, als we ons alleen voelen in de wereld, dan lijden we: de medische en geestelijke gezondheidsrisico’s nemen toe; hart- en vaatziekten, verhoogde ontstekingsreacties, cognitieve achteruitgang, slaapstoornissen, depressie enz. enz.
Trauma kun je omschrijven als ‘de chronische verstoring van verbondenheid’. Trauma creëert aanhoudende adaptieve overlevingsresponsen die het AZS ervan weerhouden om veiligheid te vinden in verbinding. In een coregulerende relatie realiseer je je zoektocht naar veiligheid en kun je een verhaal creëren dat over welbevinden gaat.
Ons hele leven, vanaf de eerste blik als baby in de ogen van de moeder tot aan onze laatste levensdag hebben we behoefte om afgestemd te zijn in relaties met anderen. Volgens de PVT is autonome veiligheid ‘de opmaat naar gehechtheid’. Door middel van coregulatie wordt er een fundament van veiligheid gelegd en vervolgens ontstaat gehechtheid. De autonome zenuwstelsels van twee individuen vinden bescherming in een gezamenlijk gevormde ervaring van verbondenheid.
Trauma maakt coregulatie gevaarlijk en verstoort de ontwikkeling van onze coregulerende vaardigheden. Noodgedwongen wordt het autonome zenuwstelsel dan zo gevormd dat het zich zonder de hulp of invloed van anderen kan reguleren. De PVT stelt echter in dit kader dat het autonome zenuwstelsel nog steeds coregulatie nodig heeft en nooit is gestopt met daarnaar te verlangen.
Als de mogelijkheden voor verbinding ontbreken dan dragen we de pijn daarvan mee in ons zenuwstelsel. Eenzaamheid doet pijn; lichamelijke en psychische problemen, zoals bijvoorbeeld een minder goed werkend immuunsysteem, hartziekte en depressie. Eenzaamheid verhoogt de waakzaamheid voor dreiging. Dit heeft een verhoogd cortisolniveau en verhoging van het sympathische zenuwstelsel tot gevolg. Chronische eenzaamheid zorgt voor een continue overlevingsmodus. Die kan zich uiten in autonome responsen in het sympathische zenuwstelsel zoals anderen onderbreken, ruzie zoeken, vechten om aandacht of in het dorsale vagale systeem zoals zwijgen, afstand nemen, zichzelf isoleren.
Een belangrijke regulator van het autonome zenuwstelsel is wederkerigheid. Wederkerigheid is communicatie heen en weer en met elkaar meebewegen. Het is de ervaring van luisteren met en reageren vanuit je hart. Relaties met wederkerigheid zijn sterk. Relaties zonder wederkerigheid kenmerken zich doordat de behoeften van de één altijd voorrang lijken te krijgen boven die van de ander. Je wordt dan leeggezogen. Een aanslag op je energie.
Als je onvoldoende connectie hebt mogen ervaren in je eerste levensjaren (baby’s kunnen immers hun eigen emoties nog niet zelf reguleren, daarvoor hebben ze een ouder nodig ) dan is het op latere leeftijd vaak moeilijk om duurzame relaties aan te gaan. Je hebt gewoonweg minder synapsen in je brein, je cortisolwaarde in je bloed is te hoog en je bent niet getraind in het oefenen van je zenuwstelsel om te co-reguleren. Naast het feit dat dit tot eenzaamheid kan leiden zal het ook, via de nervus vagus, leiden tot fysieke gevolgen.
Coregulatie vereist dat zenuwstelsels elkaar kunnen lezen. Hiervoor is aanraking, oogcontact en/of nabijheid belangrijk. Lukt dat niet (door bv isolatie) dan kunnen psychische klachten zoals angsten, depressie en burn-out ontstaan (met hun oorsprong al in de vroege kinderjaren).
Als coregulatie niet lukt dan lukt zelfregulatie ook niet. Dit uit zich in impulsieve emotionele reacties of juist het opkroppen van emoties.
Vriendschap en liefde kunnen pas tot stand komen als coregulatie heeft plaats gevonden.
Soort emotieregulatie | Met wie | Hoe? |
Coregulatie | Je emoties reguleren met de hulp van iemand anders, met de hulp van het zenuwstelsel van een ander mens | Een compliment geven of ontvangen Samenzijn met anderen een opbeurend woord geven of krijgen empathie en begrip tonen of krijgen kinderen die op mama’s schoot zitten een spontane glimlach geven |
Zelfregulatie van emoties | Het zelf regelen van jouw emoties zonder hulp van anderen | weglopen uit een onheilspellende omgeving jezelf moed inpraten jezelf geruststellen meditatie positieve zelfspraak |
Connectie en coregulatie
Verbinding ontstaat alleen in de ventrale vagale toestand. Dat is de enige toestand waarin je je kan richten op de ander op een manier die rustig en ontspannen is. In de andere 2 toestanden ben je altijd met onveiligheid, gevaar bezig.
Welke non-verbale communicatie helpt in het tot stand komen van connectie?
- Onze ogen [de ventrale vagus let goed op onze non-verbale communicatie, samen met 5 andere hersenzenuwen]
– warme blik, speels is een teken van echte veiligheid
– vriendelijke blik is een glimmer, uitnodiging tot connectie
- Onze glimlach: een oprechte glimlach gaat samen met wat rimpels rond de ogen en kort gesloten ogen. Een gemaakte glimlach zet alleen de mondspieren in beweging
- Beweging:
– ongecontroleerde hoofdbewegingen stralen gevaar uit
– een emotieloos en onbeweeglijk hoofd is een universeel teken van gevaar - Houding:
– schouders naar achteren
– kracht en energie uitstralen om een signaal van veiligheid naar de ander uit te stralen
– kleding, lichaamsverzorging
– vriendelijkheid
– open houding
- Horen en luisteren
– intonatie
– snelheid van praten
– scherpe / diepe stem - Ademhaling
– het ritme van je ademhaling kan rust en veiligheid uitstralen, lange uitademing
- Beweging
Bij zittende beroepen is het van belang om regelmatig op te staan en te bewegen; je glijdt voor je het weet in je dorsale vagus, je kunt onrustig en minder efficiënt worden. Je geest werkt trager, je ziet sneller gevaren en gaat onopgemerkt letten op de donkere kanten van het leven. Maak wekelijks enkele keren een flinke wandeling.
- Omgeving
– berg je telefoon op
– bied koffie en thee aan
– ruim je kamer op
– zet planten in je kamer
– aangename temperatuur in je kamer
Coregulatie en hechting
Hechting ontstaat in de eerste levensmaanden door coregulatie. Er zijn 4 hechtingspatronen:
1. De veilige hechting: vereist veiligheid en autonomie
2. Vermijdende hechting: vermijding van intiem contact en connectie
3. Angstige hechting: je hebt juist de ander nodig om je goed te voelen en je hebt behoefte aan waardering en erkenning. Soms probeert men de ander zo hard te pleasen dat de ander zich juist afstoot.
4. Dubbelzinnige hechting: ik ben oké maar ik wantrouw de ander. Ze zoeken contact maar vragen zich te weinig af welke behoeften de ander heeft. Ze willen connectie maar zijn bang gekwetst te worden. Vaak grote emotionele pieken en dalen.
Onveilige hechting kan op langere termijn leiden tot hechtingsstoornis, bindingsangst, verlatingsangst of angstcrisis.
Hechtingsstoornissen hebben een negatieve invloed op ons autonoom zenuwstelsel; in geval van verstoring in de hechting is er sprake van onveiligheid. De sympathicus staat dan continu aan. Ook op lange termijn geeft hechtingsverstoringen een negatieve invloed op iemands gezondheid. Dit is uit onderzoek bewezen.