28 nov

Drie toestanden autonome zenuwstelsel

Het Autonome Zenuwstelsel (AZS) leert door ervaring. Zelfs al voor de geboorte neemt het AZS van de baby in wording prikkels op van de omgeving en vormt een respons hierop. Sociaaleconomische achterstand, ontoereikende sociale en/of emotionele steun, het gebruik van drugs en alcohol beïnvloeden het AZS van de baby. Hetzelfde geldt voor de gemoedstoestand van de moeder. Angst en depressie worden doorgegeven aan de baby. Dit vertaalt het AZS naar vaste responspatronen.
Als de verzorger/moeder goed afstemt dan vindt er een proces plaats van verbinding-het verbreken van verbinding- het opnieuw verbinden. Dit zorgt voor een solide basis voor het gereguleerd zenuwstelsel, zo kan het kind veiligheid in verbondenheid ervaren. Dit noemen we coregulatie.

Als de verzorger/moeder niet goed afstemt dan reageert het AZS van het kind hierop door eigen beschermingspatronen te ontwikkelen, met ander woorden zelfregulatie. Dit kan het kind vervolgens ook weer aan zijn/haar kinderen doorgeven; multi-generationeel.

De principes van de Polyvagaal theorie

De Polyvagaal theorie is gebaseerd op 3 principes.

Het eerste principe: hiërarchie

Ons autonoom zenuwstelsel reageert via 3 systemen op

  • sensaties in het lichaam
  • interacties met anderen
  • prikkels uit de omgeving

Deze 3 systemen werken in een specifieke volgorde en reageren op voorspelbare manieren op moeilijke situaties. Deze 3 systemen (en hun responspatronen) zijn in volgorde van hun ontstaan in de evolutie:

  1. De dorsale vagus. 

De oudste laag noemen we de dorsale vagus. Deze zenuw speurt naar gevaar. En de respons noemen we immobilisatie.

In de niet-reactieve toestand is de dorsale vagale tak van het parasympathische zenuwstelsel belangrijk voor het reguleren van de spijsvertering.
Als de dorsale vagus aan de slag is in zijn rol van oeroud overlevingsmechanisme zorgt de dorsale vagale respons voor behoud van energie door het bewustzijn te verlagen en de overgave aan een onontkoombare situatie mogelijk te maken door gevoelens en gedachten uit te schakelen. Je sluit jezelf af en dissocieert. De dorsale vagale respons is pijnstillend en beschermt tegen zowel lichamelijke als psychische pijn. Op het moment dat er een traumatiserende gebeurtenis plaatsvindt, kan de dorsale vagus te hulp schieten door middel van dissociatie. Door die dorsale vagale respons treedt een neurologisch gevolg op wat inhoudt dat er een verminderde circulatie en oxygenatie van het bloed optreedt wat naar de hersenen stroomt.  Dit vertaalt zich in veranderingen in het cognitieve functioneren en dissociatieve ervaringen.
Ook na de traumatische gebeurtenis kan de adaptieve overlevingsresponse nog vaak terugkomen. Er kan een patroon ontstaan met bovenstaande kenmerken. Iemand valt dan als het ware af en toe ‘weg’ in situaties die zeer onveilig zijn. Dit noemen we een posttraumatisch patroon.
Wanneer we ons verstijfd, verdoofd of afwezig voelen heeft de dorsale vagus de controle overgenomen. Het woord ‘doodsbang’ past hier goed bij. Net als de metafoor van de schildpad die bij gevaar in zijn schulp kruipt.

Als je nu weet dat de dorsale vagus zich onder het middenrif (diafragma) bevindt dan kun je je voorstellen dat subdiafragmatisch trauma (zoals b.v. mishandeling, sexueel misbruik, medische ingrepen, ziekte en verwonding) een dorsale vagale respons triggert. Dit kan zich uiten in:

  • Flauwvallen in het uiterste geval
  • Minder goed werkend immuunsysteem
  • Chronische energiegebrek
  • Problemen met de spijsvertering
  • Psychisch: dissociatie, depressie en isolement
  1. Het sympathische zenuwstelsel. De sympathicus. 

De respons noemen we mobilisatie [vechten of vluchten]. De sympathicus speurt naar gevaar.

In de niet-reactieve toestand vult het sympathische zenuwstelsel het parasympatische zenuwstelsel aan door én de ventrale vagus te ondersteunen in hartslag en ademfrequentie én de dorsale vagus te ondersteunen bij de spijsvertering. Tevens is het sympathische systeem verantwoordelijk voor de bloedsomloop, lichaamstemperatuur, het reageren op veranderingen in houding, het leveren van de energie die nodig is om passie en speelsheid te kunnen ervaren.
Als de sympathische toestand aan de slag is dan is er juist teveel energie in het systeem en wordt de client overspoeld. We raken afgesneden van anderen. Coregulatie is out of scope. Als het sympathische zenuwstelsel actief wordt dan gebeuren er de volgende fysieke veranderingen:

  • Ons gehoor: het oor luistert niet meer naar stemmen, maar luistert naar laagfrequente geluiden (vroeger: van roofdieren) of de hoogfrequente alarmkreten van anderen. Het oor-systeem stemt af op gevaar in plaats van op geluiden van  verbinding.
  • Het lezen van gezichtsuitdrukkingen: we gaan signalen verkeerd aflezen bij anderen, een neutrale gezichtsuitdrukking wordt ervaren als boos, m.a.w. als gevaarlijk.

Het sympathische zenuwstelsel kan in een chronische toestand van hoog alertheid gaan staan. De cortisol doet zijn werk:

  • Hartslag vliegt omhoog
  • Ademhaling wordt snel en oppervlakkig
  • Continu speuren naar gevaar in de omgeving

Kenmerken van iemand die zich in deze toestand bevindt:

  • Geschuif en gewriemel
  • Voortdurend in beweging zijn 
  • Rusteloos
  • Steeds rondkijken
  • Stijve lichaamshouding
  • Ontredderde uitstraling
  1. De ventrale vagus (slimme vagus – sociale vagus).

De respons is sociale betrokkenheid en verbinding [ik zoek hulp bij anderen, maak connectie]. De ventrale vagus speurt naar veiligheid en gevaar.

De ventrale vagus heeft tot taak om controle te houden over het AZS en daarbij het sympathische en dorsale vagale systeem in een warme omhelzing te houden. Als de ventrale vagus het AZS aanstuurt is er sprake van een gezonde homeostase.

Als de ventrale vagale toestand aan de slag is dan is het systeem gereguleerd, staat het open voor verbinding en is de client er klaar voor om contact te maken. Onze hartslag gaat omlaag, onze blik wordt zachter, onze stem vriendelijker en we zoeken contact met anderen.
Verbondenheid is een biologische noodzaak.
De ventrale vagus levert het neurobiologische fundament voor gezondheid, groei en herstel. 

Kenmerken van iemand die zich in deze toestand bevindt:

  • Kalm
  • Blij
  • Meditatief
  • Betrokken
  • Aandachtig
  • Actief
  • Toont interesse
  • Enthousiast
  • Gepassioneerd
  • Alert
  • Bereidwillig
  • Ontspannen
  • Genietend
  • Vreugdevol

De ventrale toestand ondersteunt compassievolle relaties. Het ondersteunt ook zelfcompassie; het naar binnen richten van onze aandacht om op een vergevende, begripvolle manier ons eigen lijden te erkennen en te respecteren.

In deze toestand is ons sociale-betrokkenheidssysteem actief. Dit systeem zorgt voor samenwerking tussen ogen, oren, stem, het hoofd en het hart. Via de koppeling van zenuwbanen van gezicht en hoofd aan ventrale vagus en hersenstam. Dit sociale-betrokkenheidssysteem geeft én signalen van veiligheid af én zoekt er naar. Het systeem is al vanaf de geboorte aanwezig en reguleert het gedrag in het continuüm van sociale betrokkenheid en waakzaamheid.

Ieder ontwikkelt zijn eigen neurale profiel, je eigen autonome patroon met vaste responspatronen. Het autonome zenuwstelsel wordt namelijk gebouwd op ervaringen. Deze zijn persoonlijk en subjectief.

In het algemeen bepaalt de soort stress welke laag gaat reageren. Echter dit is ook zeer subjectief, van persoon tot persoon verschillend. Daarbij gaat het altijd om de reactie op de gebeurtenis en niet om de gebeurtenis zelf.

  • Zwaar trauma, levensgevaar, grote angsten heeft impact op de dorsale laag. Wat zie je dan bij die persoon?
    • Weinig beweging
    • In elkaar gezakt
    • Niet aanwezig bij een gesprek
    • Niet aanwezig in een groep
    • Contact maken is moeilijk met zo iemand
    • Eenzaamheid en wanhoop
    • dissociatie

Het kan lastig zijn om uit deze dorsale status te komen, zelfs een leven lang kun je erin blijven. Pavlov-reacties spelen hierbij een grote rol. Het zijn triggers die voor continue onveiligheid kunnen zorgen.

Teveel rust (bijvoorbeeld bedrust) activeert ook de dorsale vagus. ‘Rust roest’. En als je de dorsale vagus activeert dan kunnen oude demonen de kop opsteken; herinneringen van vroegere trauma’s, flashbacks, nachtmerries, psychische syndromen.

  • Acute stress, levensgevaar, heeft impact op de sympathicus; je krijgt veel energie om te vechten of te vluchten. Fysiek gebeurt er van alles. Wat zie je bij deze persoon?
    • Rusteloosheid
    • Actief
    • Bewegen en schuifelen op de stoel
    • Gaat heftige discussie aan
    • Zoeken confrontatie op
    • Maken ruzie
    • Uitstelgedrag
    • Chronisch te laat komen
    • Wantrouwen
    • Het gesprek verlaten voordat het is afgelopen

Het zijn allemaal tekenen van onveiligheid in het hier-en-nu. Op zich geen enkel probleem. Echter als deze onveiligheid, deze onveilige triggers niet ophouden dan heb je het recept voor een burn-out. Dit komt o.a. omdat er in deze toestand cortisol en adrenaline wordt aangemaakt. Langdurige aanwezigheid schaadt het lichaam. 

  • De ventrale vagus is in feite de sleutel tot rust en ontspanning, tot groei, welzijn en veerkracht én tot connectie en verbinding. Hoe verloopt dit proces van verbinding? : de ventrale vagus let extreem goed op non-verbale communicatie, ze voelt wanneer er sprake is van respect, diepe empathie en gemeende waardering. Ze legt samen met nog 5 andere breinzenuwen de verbinding tussen je brein-hart-ademhaling. 

De basis voor een goed werkende ventrale vagus wordt in de eerste levensjaren gelegd in de interactie tussen baby en ouder/verzorgende.

Wat moet je doen om diepe connecties met anderen te krijgen? Kort gezegd; je moet veiligheid uitstralen; door een veilige setting te hebben, je emoties te reguleren, niet impulsief reageren maar juist kalm en vriendelijk. Zolang dit niet het geval is kom je niet in connectie!

Hoe stimuleer je je ventrale vagus?

– zoek plaatsen op waar je je goed en veilig voelt

– hou rekening met wat anderen als veilig kunnen ervaren

– reageer niet emotioneel [dan is de sympathicus aan het woord]

– het gevoel tot een groep te behoren geeft ons een hoge graad van veiligheid